Roofviswedstrijd 2018
 
Aan de Trekweg in Garrelsweer

Na een lekker bakje koffie in de sporthal vertrokken we om een uur of acht in de richting van Garrelsweer. Het is fris deze ochtend, een paar graden boven het vriespunt, Henny, Youri, Peter Jan, Eddy, Sytze en ik trotseren de omstandigheden en gaan vol goede moed ditmaal de roofvis te lijf. Het water ligt er mooi bij, wel wat blad maar dat mag de pret niet drukken. Peter Jan heeft wat aasvisjes uit de vriezer meegenomen zodat we vrijwel direct kunnen beginnen. Zelf besluit ik net als Henny eerst even wat aasvisjes te vangen, gelukkig gaat dit vrij vlot en al snel heb ik wat voorntjes in de emmer zwemmen. Henny snapt nog steeds niet dat je visjes van een bepaald formaat nodig bent, zijn derde vis is een dikke brasem, niet echt geschikt als aasvis.

 

Het duurt lang voordat Eddy als eerste een aanbeet krijgt, helaas schiet de onderlijn los, uithuilen en opnieuw beginnen.

 

Ik besluit mijn dobber iets lager te zetten en voor de zoveelste keer het aas voor de rieten aan de overkant langs te laten dobberen. Plots is er beweging, de dobber loopt weg, aanslaan, er zit een vis aan de andere kant van de lijn, een lekkere vechter die geen zin heeft om op het droge te komen, maar dat zal wel gebeuren, een mooie snoek van 80 cm is mijn deel.

 

Gelukkig, de eerste is binnen en na het onthaken zwemt deze weer lekker in het Damsterdiep. Ik heb nog een aasvis van Peter Jan liggen, een mooie dikke voorn, deze maar aan de haak en weer opnieuw proberen. Met een fraaie zwaai beland de vis bij de brug onder de boom om weer hetzelfde traject af te leggen.

 

 

 

Als het aas een stukje is verplaatst zie ik beweging van de dobber, toch niet weer beet. Ik vraag Sytze de hengel te pakken omdat ik denk dat het vis is. Wanneer Sytze de hengel in zijn handen heeft zakt de dobber weg, een korte tik, vis aan de haak. Sytze denkt eerst dat het niet zo'n dikke is maar dan denkt de vis aan de lijn dat hij zich moet laten gelden, keer op keer loopt deze een eindje door de goed afgestelde slip. Als deze dan voor het eerst aan het oppervlak verschijnt menen wij te kunnen zeggen "wel een redelijke". Eenmaal op het droge, onthaakt en gemeten blijkt deze snoek precies 100 cm te zijn, een mooie.

 

Peter Jan is rechts van ons aan het vissen en ziet beweging onder de wal, het aasvisje gaat met een gracieuze worp in de richting van de rimpels op het water. Helaas, met veel kabaal vertrekt een waterhoentje van zijn rustplek.

 

 

 

Als het dan bijna twaalf uur is krijgt Eddy andermaal beet, vlak voor de wal, de vis neemt het aas mee naar het midden, een tik en hangen. Na een heroïsch gevecht landt er een mooie snoek in het net, het zal toch niet, ja hoor, 83 cm.

 

Zo zie je maar, altijd baas boven baas.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Volgend jaar weer en hopen dat we dan allemaal een keer wat vangen.


Top